Categories
TLP 100

De zin toont haar zin

4 Der Gedanke ist der sinnvolle Satz.

De zin – we houden het Duitse Satz voor de uitspraken/stellingen in de Tractatus zelf – is de “zintuiglijk waarneembare” vorm waarin de gedachte zich uit (TLP 3.1).

Wittgenstein gebruikt onkarakteristiek veel woorden om ons diets te maken hoe die zin op papier, die rij fonetische tekens, letters, woorden, een beeld van de werkelijkheid kan zijn. De beeldspraak die hij gebruikt is die van de muziek.

Zowel de grammofoonplaat, het notenschrift, de geluidsgolven staan allemaal in een vergelijkbare relatie tot de muzikale gedachte – zoals de taal tot de wereld – omdat ze dezelfde logische bouw delen (TLP 4.014), dezelfde projectiewet die het notenbeeld in de “taal” van de grammofoonplaat omzet, en die de musicus toelaat om een symfonie uit de partituur te laten klinken (TLP 4.0141).

4.015 Die Möglichkeit aller Gleichnisse, der ganzen Bildhaftigkeit unserer Ausdrucksweise, ruht in der Logik der Abbildung.

De “gelijkenis” stelt ons in staat de zin te begrijpen en daarmee de Sachlage te kunnen ‘lezen’. In plaats van “deze zin heeft deze of gene betekenis” kan je net zo goed zeggen: “deze zin stelt deze of gene stand van zaken voor.” De zin toont haar betekenis, haar Sinn (TLP 4.022), precies omdat de zin het logisch beeld is van de Sachlage, ermee samenhangt, dezelfde geledingen, dezelfde “logische (mathematische) Mannigfaltigkeit” bezit (TLP 4.04).

4.12 Der Satz kann die gesamte Wirklichkeit darstellen, aber er kann nicht das darstellen, was er mit der Wirklichkeit gemein haben muss, um sie darstellen zu können – die logische Form.

Um die logische Form darstellen zu können, müßten wir uns mit dem Satze außerhalb der Logik aufstellen können, das heißt außerhalb der Welt.

4.121 Der Satz kann die logische Form nicht darstellen, sie spiegelt sich in ihm.

Was sich in der Sprache spiegelt, kann sie nicht darstellen.

Was sich in der Sprache ausdrückt, können wir nicht durch sie ausdrücken.

Der Satz zeigt die logische Form der Wirklichkeit.

Erweist sie auf.

Een zin begrijpen heeft dus minder te zien met of die zin waar of onwaar zou zijn maar met inzicht in de structuur van de zin en haar bestanddelen:

4.024 Einen Satz verstehen, heißt, wissen was der Fall ist, wenn er wahr ist.

(Man kann ihn also verstehen, ohne zu wissen, ob er wahr ist.)

Man versteht ihn, wenn man seine Bestandteile versteht.

Dat de zin een beeld van de werkelijkheid kan vormen, dat de projectiewet van hierboven werkt, het geheim van de gelijkenis – dat alles berust op de “vertegenwoordiging” of “representatie”, het “in de plaats treden” van tekens voor voorwerpen.

4.0312 Die Möglichkeit des Satzes beruht auf dem Prinzip der Vertretung von Gegenständen durch Zeichen. […]

Wittgenstein geeft aan dat een vertalend woordenboek niet alle zinnen opneemt, maar enkel de bestanddelen van de zin, voegwoorden net zo goed als zelfstandige naamwoorden. Het zijn de eenvoudige tekens (de woorden) die ons moeten worden uitgelegd. Maar het is met de zinnen dat we ons verstaanbaar maken (TLP 4.026).

Voor we dieper op die bestanddelen in de zin ingaan, ten slotte nog het tweede lid van TLP 4.0312, dat in wat volgt van bijzondere betekenis zal blijken…

4.0312 […] Mein Grundgedanke ist, daß die »logischen Konstanten« nicht vertreten. Dass sich die Logik der Tatsachen nicht vertreten läßt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *